De spreuk ‘Stil, wees stil’ van P.C. Boutens klinkt nu in de huizen bij de dagafsluiting.
Wie geeft er tegenwoordig nog om stilte? En wat betekent juist deze stilte in de adventstijd?
Stil, wees stil: Op zilvren voeten.
Schrijdt de stilte door de nacht,
stilte die der goden groeten,
overbrengt naar lage wacht…
Wat niet ziel tot ziel kon spreken,
door der dagen ijl gegons,
spreekt uit overluchtse streken,
klaar als ster in licht zou breken,
zonder smet van taal of teken
God in elk van ons.
De stilte is de drager van boodschappen uit hogere sferen. Als je stil bent, en ook innerlijk het rumoer van de dag kunt loslaten, dan kun je luisteren en hoor je de stilte. De ziel kan zich zo verwachtingsvol openstellen voor wat komen gaat.
Het is stil, maar maak het nóg stiller en luister: “Op zilvren voeten schrijdt de stilte door de nacht”. Het is een beeld; zilver heeft de kwaliteit om het lichaam weer te verbinden met je ziel en bevat de kwaliteit van de maan. Die voeten zijn niét op oorlogspad, er klinkt geen enkel gerucht in het schijnsel van de maan. De zilvren voeten zijn opweg in de nacht.
De goden laten ons groeten. In de nachtelijke uren wordt de Goddelijke boodschap gebracht “over -luchtse streken”, en niet tijdens de drukte van de dag. Luister! Geluidloos, zoals het heldere sterrenlicht in de nacht; stil en klaar om te zien. Bovendien heeft God geen taal of teken nodig, hij spreekt direct van ziel tot ziel in ons diepste zelf. “in elk van ons”.
Eerste advent; één kaarsje brandt en we voelen zo langzamerhand dat het gaat kriebelen om de kerstspullen al uit te pakken.
Tweede advent; twee kaarsjes maken het wat lichter, het verlangen naar de gezelligheid en de lichtjes van kerst is groot, maar we blijven nog stil en voelen de verwachting.
Derde advent; we ruiken de geur van de kerstboom al en willen hem eigenlijk al optuigen. Het blijft alleen nog donker en stil, zodat je je kan openen voor iets anders; de geboorte van het kerstkind.
Vierde advent; het is alweer lichter met vier kaarsjes aan. Jozef en Maria zijn al te zien op de jaarfeesttafel, maar Jezus is er nog niet. Na de langste nacht op 21 december, wanneer je denkt dat de winter pas net is begonnen, worden de dagen alweer lichter! Op kerstavond, 24 december, gaat dan eindelijk de boom in huis! Jezus is geboren en nu is het feest; de boom kan worden versierd!
Zoals veel in de antroposofie, staat ook de kerstboom bol van de symboliek en niet met gekleurde ballen. Bijvoorbeeld: De dertig rode roosjes staan voor de jaren dat Jezus op aarde was, vóór zijn doop in de Jordaan. De drie witte voor de jaren na zijn doop, tot aan zijn dood als Christus. De witte rozen worden bovenin de boom gezet.
Ook hangen er planetentekens in, die tekens zijn verbonden met de krachten uit de kosmos. De tekens van Alpha en Omega representeren het begin en het einde van alles. Al deze ‘mysterietekens’ zijn symbolen voor de ontwikkeling van de mens en de aarde door de verschillende tijdperken heen. Vroeger bij OlmenEs werden er twaalf bijenwas kaarsjes aangestoken in de kerstboom. In verband met de brandveiligheid zijn het nu elektrische lampjes. Waarom twaalf? Die representeren de twaalf sterrenbeelden die we hebben met de bijbehorende krachten.
Else Swart
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.