De houten unit naast villa De Wingerd. Dat is het huis van Niels en Niels woont daar alleen. Niet omdat hij dat zelf graag wil, Niels houdt van gezelschap. Maar het gaat niet anders. Zijn gedrag maakt samenleven onmogelijk, voor de anderen en voor hemzelf.
“Kom maar binnen, gaan we koffie drinken.” Terwijl het apparaat pruttelt, laat Niels op verzoek van begeleiders Judith en Aron zijn huisje zien. De woonkamer met het keukentje, daarnaast de slaapkamer. “Lekker ruim, ja.” Op het halletje sluiten verder badkamer en wc aan. Maar eigenlijk heeft Niels helemaal geen zin in dit rondleidinggedoe. Hij is vandaag jarig en straks komt zijn zorgmoeder Marjoke op bezoek met de pleegfamilie. De nieuwbakken dertigjarige loopt maar weer even naar de deur om te zien of Marjoke al in aantocht is. “Barbecueën?” Ja, zo direct als zijn gasten komen, gaan ze barbecueën in de tuin van De Huiskamer. Nog eventjes geduld.
Niels woont sinds twee jaar in zijn eigen ‘tiny house’. Daarvoor woonde hij bij de groep van woonhuis Fraxinus aan de overkant, samen met andere bewoners. “Maar dat ging niet langer”, vertelt Judith. “We rolden van de ene crisis in de volgende.” Voor Niels mag namelijk nooit iets veranderen, leggen zijn begeleiders uit. Tot in het extreme bestaat zijn wereld uit zelfgeconstrueerde rituelen en wetmatigheden. Elke omstandigheid moet blijven zoals Niels die oorspronkelijk aantrof. Zo niet, dan raakt hij overstuur en zal hij uit alle macht proberen de vertrouwde beginsituatie te herstellen. “Zijn dwanggedrag liep uit de hand.”
OlmenEs liep met Niels tegen de grens van het eigen kunnen aan en crisisplaatsing leek onvermijdelijk. “Dat vonden we onverteerbaar. Niels is een lief en goedaardig mens en overplaatsing zou hem alleen maar extra ontregelen.”
OlmenEs vroeg advies aan het CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise) en de neuropsychiater stelde vast dat Niels, omringd met de juiste aandacht, een min of meer stabiel leven zou kunnen leiden. Daaruit ontstond het plan voor een eigen onderkomen, met individuele begeleiding bekostigd uit de Meerzorgregeling, aldus Aron. “De een-op-een zorg voor Niels doen we om beurten met tien begeleiders uit de woongroepen van Fraxinus en De Wingerd. We hebben daarvoor extra scholing gehad in de methode Heijkoop, waarbij wij als zijn directe omgeving proberen aan te sluiten op zijn belevingswereld. Ons programma bestaat eruit hem te volgen. Zo heeft ieder van ons ’s morgens vaste activiteiten waarin wordt gevarieerd met Niels: vilten doet hij bijvoorbeeld met Judith en wij kloven weer hout samen. Dat valt ook niet om te draaien, dan verslapt zijn aandacht onmiddellijk.” Het is belangrijk dat de medewerker het leuk vindt om deze activiteit te doen, zodat je Niels mee kan nemen in je eigen enthousiasme. Niels vindt variërende activiteiten leuk. “Soms doen we klusjes voor andere werkplaatsen. Zoals hout zagen voor de kachel van de Robinia, een van de werkplaatsgebouwen. De activiteiten breiden steeds meer uit. We gaan nu een paar keer per week boodschappen doen in de winkel voor zijn huis.” Dit vindt Niels erg leuk om te doen. Elke middag trekken ze er samen opuit voor een wandeling. Nooit hetzelfde loopje, want Niels onthoudt elke boom en graspol die ze tegenkomen. “Als iets miniems als een takje zou ontbreken, kunnen we niet naar huis voordat de eerdere werkelijkheid rechtgezet is.”
Sinds hij de rust en vooral de regelmaat in eigen omgeving heeft gevonden, leeft Niels op. Natuurlijk zijn er ups en downs, maar doorgaans hebben de begeleiders naar eigen zeggen te maken met een ontspannen jongen. Mensen sluiten Niels in hun hart. Niels is ook geen kluizenaar.
Bewoners uit De Wingerd en Fraxinuskomen regelmatig ‘s avonds even bij hem buurten. “Maar boven alles is Niels een familieman, wat jij Niels? Zullen we dan nu de barbecue maar eens gaan klaarzetten?”
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.