In de eerste maanden van 2020 is een begin gemaakt met de vernieuwde zorgplancyclus om een aantal verbeteringen door te voeren en om de overstap te maken van de BOPZ (Middelen en maatregelen) naar de Wet zorg en dwang (over onvrijwillige zorg). Linda, Ilse en Marjan maken deel uit van de werkgroep die dit heeft voorbereid. Ook hebben zij er in de uitvoering mee te maken, als persoonlijk begeleider of als gedragsdeskundige. Ze vertellen wat hen voor ogen stond met het vernieuwde zorgproces en hun eerste bevindingen.
Elk jaar vinden zorgplanbesprekingen plaats en worden er nieuwe zorgplannen geschreven. Dit jaar zit er meer aan vast. Zo komt alle informatie over de dagelijkse zorg in het dossier (elektronisch dossier; Resident web) overzichtelijk bij elkaar te staan in één tabblad (ADL/ Omgang). De persoonlijk begeleiders en werkplaatsleiders brengen informatie die op verschillende plaatsen in het dossier staat hierin bij elkaar, halen de dubbelingen eruit en maken de informatie actueel.
Ilse vertelt dat ze bij het omzetten van de informatie inderdaad erg veel dubbelingen tegenkwam. Het viel haar toen pas op hoeveel overbodige tekst er in het dossier staat. Nadat ze alle informatie had verzameld en herschreven, bleek er nog maar de helft van de tekst overgebleven te zijn. Dit maakt het aanpassen van het dossier voor de volgende bespreking veel gemakkelijker.
Biografie, beeldvorming, diagnostiek en levensthema’s
De gedragsdeskundigen bewerken de biografie, beeldvorming, diagnostiek en levensthema’s in het tabblad ‘Typering’. Linda: “Ik herschrijf de typering in de hoop dat familie en begeleiders de bewoner erin herkennen en dat je met alle betrokkenen tot een gedeeld beeld komt. Dat is een belangrijke basis om verder te praten over de zorg. Als ik dan in een zorgplanbespreking terug hoor dat dat goed gelukt is, dat ouders ervaren dat hun kind als persoon treffend is neergezet en niet als probleem, dan doet mij dat goed. Daar gaat het om, dat er respect uitspreekt voor wie de bewoner is en wat hij of zij wil ontwikkelen.”
Marjan vult aan dat ze ook merkt dat de levensthema’s herkenning geven en dat het goed werkt als gezamenlijk uitgangspunt voor het zorgplan. Zo is het in de opzet ook bedoeld; als schakel tussen de beeldvorming aan de ene kant en het zorgplan en de dagelijkse zorg aan de andere kant.
Als er in het dagelijks leven van de bewoner dan haperingen voorkomen, kun je weer terug naar de biografie (wat neemt iemand mee) en de beeldvorming (hoe zit hij/zij in elkaar). Dan is de vraag; wat hebben we gemist en waar voldoen we niet aan in de context? Dus hoe hebben we zijn leven ingericht in de begeleidingstijl en in het werken met doelen?
Bij het herschikken en actualiseren van de ‘Typering’ hoeven we niet bij nul te beginnen. We maken dankbaar gebruik van wat anderen daarover al hebben geschreven. Het herschrijven levert natuurlijk vragen op, die we in overleg met persoonlijk begeleiders, met Rigobert (antroposofisch arts) en ook in intervisie met elkaar bespreken.
Antroposofisch mensbeeld en sociaaltherapie
Linda en Marjan zijn allebei eerder betrokken geweest bij het herinrichten van het zorgproces. Marjan: “Ik ben blij dat we beiden die basis van het ontwerpen van een zorgproces al hadden, want dit was wel een heel ander proces. Ik heb in korte tijd heel veel geleerd, het was een soort snelkookpan. Dat was geweldig leuk, maar maakte me op sommige momenten ook wel wat onzeker; antroposofie is zo veel omvattend, we doen het toch wel goed? Gelukkig is Linda veel beter thuis in de antroposofie en was er natuurlijk de hele werkgroep.”
Wat is hetzelfde en wat is het verschil met die vorige keer? De eisen vanuit wetgeving zijn natuurlijk gelijk en ook dat het zorgproces een logische opbouw moet hebben. Het verschil is dat we het mensbeeld vanuit de antroposofie en de sociaaltherapie ook in het zorgproces zichtbaar willen maken. Dan ontstaat er meer samenhang met de andere aspecten van geboden zorg in de gemeenschap van OlmenEs, dan komt er ook meer eenheid in taal. In het zorgproces moet de waarachtige belangstelling voor de bewoner en het respect zichtbaar zijn; wie is dit persoon, wat wil hij ontwikkelen, wat kunnen wij bijdragen om zijn individualiteit tot verschijning te laten komen en wat leer ik van de ontmoeting met deze bewoner?
Linda: “We volgen de lijn van beeldvorming/diagnostiek -levensthema’s-, ontwikkelingsdoelen en inrichting van het dagelijks leven. Het antroposofisch mensbeeld gaat ervan uit dat de mens is opgebouwd uit de vier wezensdelen fysiek lichaam, levenslichaam (etherlichaam), de ziel (astrale lichaam) en het ‘ik’. Vanuit de beeldvorming krijgen we een goed beeld van de constitutie van de bewoner. De constitutie zegt iets over hoe men zich in het denken, voelen en willen verhoudt tot de wereld. Dus hoe men informatie over de buitenwereld vormt tot iets van hemzelf (denken), in hoeverre men zich verbindt met de buitenwereld (voelen) en hoe men reageert op de buitenwereld (willen/ handelen). Dit helpt ons te begrijpen wat een bewoner op deze drie gebieden van ons vraagt en is zodoende onderdeel van de diagnostiek. Vanuit deze beeldvorming en diagnostiek (waaronder ook de reguliere diagnostiek) komen we tot de levensthema’s en van daaruit tot ontwikkelingsdoelen.”
Levensthema’s
In de levensthema’s komen drie aspecten aan bod die de rode draad vormen. Er wordt beschreven waar de bewoner in zijn leven tegenaan loopt en wat de bewoner wil ontwikkelen. Bij de levensthema’s komt ook aan bod wat de bewoner teweeg brengt in zijn omgeving. Want we ontwikkelen ons aan elkaar; de bewoner ontwikkelt zich aan ons en wij aan de bewoner. Een begin van dat laatste kan zijn om je te realiseren wat een bewoner bij je oproept. Als je dat weet, weet je wat je misschien moet overwinnen. Het kan gaan om irritatie omdat hij steeds maar dezelfde vraag stelt, of dat terughouding op zijn plaats is omdat je een bewoner anders te weinig ruimte geeft.
De levensthema’s zijn de basis voor de ontwikkelingsdoelen. Deze formuleren we nu ook in grote lijnen vanuit de vier wezensdelen. We kennen doelen die met het fysiek-etherische samenhangen, met de ziel, met sociale verbondenheid en met de ik-ontwikkeling.
In de praktijk
Marjan: “Een plan bedenken dat aan alle eisen voldoet is één. Een plan maken dat ook uitvoerbaar en het liefst inspirerend is, is lastiger. Daarom is er veel tijd besteed aan het zorgvuldig beschrijven van de procedures en aan het uitwerken en geven van trainingen. Want procedures zonder dat je goed geïnformeerd bent over wat de ideeën erachter zijn, worden snel als last ervaren, iets wat moet. Terwijl inzicht in de zorginhoudelijke samenhang en in de logica in de opbouw helpen om dossier en zorgplan als onderdeel te ervaren van het daadwerkelijk begeleiden.”
Maar met de trainingen en procedures ben je er ook nog niet. Door vooral met de persoonlijk begeleiders, die het leeuwendeel van het werk verrichten, het gesprek te voeren over ‘hun’ bewoner wordt het allemaal een stuk concreter. Dan kunnen puzzelstukjes op hun plaats vallen.
Ilse: “Het is inderdaad een hele klus om alle informatie om te zetten. Het was in het begin even zoeken, maar ik merk dat hoe beter je in het proces zit, hoe gemakkelijker het je afgaat. En als ik dan het resultaat zie motiveert me dat. Dat hoop ik ook over te brengen op mijn collega’s.”
Er is al heel veel werk verzet maar het belangrijkste moet nog komen. Na de zorgplanbespreking wordt het zorgplan opgesteld met de ontwikkelingsdoelen. Daarna volgt de uitwerking van deze doelen tot zorgdoelen voor wonen en werken en soms voor therapie. Dan wordt het zichtbaar voor alle begeleiders en gaat er aan de doelen gewerkt worden. Pas dan komt het ten goede aan de bewoner, om wie het allemaal draait. Dus nog genoeg werk aan de winkel.
Doordat Ilse dagelijks met het dossier werkt, komen er regelmatig nog zaken naar boven die we kunnen verbeteren. Ook anderen signaleren uitvoeringsproblemen. Deze worden besproken en tot een oplossing gebracht in de werkgroep zorgproces.
Het is nu nog te vroeg voor een evaluatie. Als het zover is zullen alle betrokken groeperingen naar hun bevindingen gevraagd worden. We zijn erg benieuwd waar we over een half jaar staan met dit proces.
Linda Daniels, Ilse de Jong en
Marjan Bleeksma
Samenstelling van de werkgroep Zorgproces:
Corona heeft het werken aan en met zorgplannen ernstig belemmerd. In maart kwamen de werkzaamheden weer op gang. In oktober moeten alle bewoners een zorgplan nieuwe stijl hebben. Tot oktober zullen persoonlijk begeleiders, gedragsdeskundigen, werkplaatsleiders hieraan veel van hun tijd en aandacht (moeten) besteden. Medewerkers van het secretariaat, trainers en clusterhoofden spelen hierin een belangrijke ondersteunende rol.
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.