Nog nooit was het zo stil op OlmenEs. De afgelopen maanden leefden de bewoners volledig afgeschermd van de buitenwereld en ook goeddeels van elkaar. In het niemandsland van zelfopgelegde quarantaine kreeg het coronavirus zo geen kans, maar het wegvallen van het onderling sociaal verkeer en de omgang met familie trok ook een zware wissel op de bewoners.
“De wanhoop en het onbegrip bij enkele bewoners steeg met de week”, zegt Rigobert van Zijl over de neveneffecten van het corona protocol in de voorbije maanden. “Zo merk je dat sociaal contact eigenlijk net zo belangrijk is als eten en drinken.” Toch kon OlmenEs niet veel anders doen dan het heeft gedaan, meent de instellingsarts. Mensen met verstandelijke en lichamelijke beperkingen behoren tot de risicogroepen van corona. Wat betreft immuniteit zijn ze zeer kwetsbaar, zo blijkt uit het landelijke sterftecijfer van achttien procent. “Ik knijp dan ook de handen dicht met de uitkomst tot dusver, we hebben met de stringente aanpak het virus buiten de deur weten te houden. Daarbij hebben we het geluk gehad dat we in het Noorden wonen.”
Van Zijl weet nog precies de datum die bij hem de alarmbellen deden rinkelen. “Zondag 15 maart, toen de premier de persconferentie over landelijke maatregelen aankondigde. Door de snelheid waarmee het virus in Brabant om zich heen greep en uit de toon van Rutte besefte ik: we moeten nú handelen.” Het gevoel van urgentie om passende maatregelen te treffen tegen de virusdreiging was er ook bij directeur Rob de Breij. In allerijl stelden de twee in de dagen erna een crisisteam samen uit de verschillende geledingen van OlmenEs, onder andere met gedragsdeskundigen, kwaliteitsmedewerkers en de medische staf. Een zowel inhoudelijke als compacte dwarsdoorsnee om tot doortastende besluitvorming te komen, aldus Van Zijl. “Nog in diezelfde week hebben we tijdens de eerste bijeenkomst in de Huiskamer de grote lijnen uitgezet. Dat was ook meteen de laatste lijfelijke ontmoeting, vervolgens heeft het crisisteam alleen nog via het computerscherm overlegd.”
De coronastrategie van OlmenEs berustte van begin af aan op twee hoofdlijnen. Een ‘mantel’ van bescherming om de instelling als geheel en daarbinnen afzonderlijke wooneilandjes die min of meer autonoom functioneren. Van Zijl: “We hebben wonen en werken aan elkaar gekoppeld, zodat de bewoners met hun vaste begeleiders op één plek in isolatie konden verblijven. Het idee van de mantel hield in dat alleen de direct voor de bewoners noodzakelijke medewerkers op het instellingsterrein kwamen. Aan die groep hebben we gevraagd in werk-quarantaine te gaan. Dat betekende thuis de sociale contacten tot een absoluut minimum te beperken. Daar hebben de begeleiders gehoor aan gegeven, iedereen nam de dreiging heel serieus.”
Ouders en familie reageerden begripvol op de keuzes en toonden zich vooral verheugd over de kordate aanpak. Het gevolg van het protocol, dat de prioriteit wel heel nadrukkelijk aan de fysieke kant kwam te liggen, namen ze voor lief. Het ging tenslotte om de gezondheid van hun kinderen, corona liet nu eenmaal geen ruimte. Dagelijkse rituelen die OlmenEs kenmerken en de sociale eigenheid kleuren - de ochtendkring, de culturele middagen - werden geschrapt. De therapeutische ondersteuning evenzo. Alle medewerkers die niet direct omgang hadden met de bewoners, werkten vanuit huis of stonden klaar op afroep. Van Zijl is in deze periode met regelmaat aanwezig op OlmenEs om de bewoners te blijven zien, spreken en zo nodig te behandelen. En zo veranderde het levendige OlmenEs van de ene op de andere dag in een verstilde verzameling van opzichzelfstaande huizen, waarbuiten alleen de vogels nog van zich lieten horen.
De eerste weken leken de bewoners zich te verzoenen met de nieuwe werkelijkheid. Niet lang daarna begon het gemis aan contact op te spelen, vertelt Van Zijl. “Overigens niet bij allemaal. Sommigen, de meer introverten, bloeiden juist op in de beperkte kring. Maar voor het merendeel was de impact van de isolatie groot, bewoners raakten ontregeld nu hun vertrouwde structuur wegviel. Ze zagen hun vrienden uit de andere huizen niet meer en misten hun werkkring. Enkele bewoners hebben een liefdesrelatie; dan doet het pijn als je elkaar niet kunt ontmoeten.” Naar mate de tijd verstreek, groeide het onbehagen over de uitzichtloosheid ook onder de ouders en verwanten, die met pijn in het hart op afstand moesten toekijken.
De noodzaak van een perspectief drong zich op, realiseerde het crisisteam zich. “Daarop is de cliëntenraad bij het overleg betrokken, de eerste tekenen van ruimte in de landelijke richtlijnen gaven hier ook aanleiding toe. Met elkaar hebben we afgesproken het corona protocol, gegeven de omstandigheden, stukje bij beetje te versoepelen. Te beginnen met het hervatten van de bezoekregeling vanaf Pinksteren. Voorlopig nog op afspraak en in de beslotenheid van de eigen familiekring. Maar zonder schermpjes en in de wetenschap dat de anderhalve meter norm niet voor iedereen te doen is.”
Intussen is er ook weer een begin gemaakt met de individuele therapeutische behandelingen, aldus Van Zijl. “Stap voor stap keren we behoedzaam terug naar ons gewone doen. Met de grote vakantie als streefdatum, waarop de woonhuizen weer opengaan. Dat is niet zonder risico, maar het menselijk belang laten we inmiddels zwaarder wegen. Je zou kunnen zeggen dat corona ons daartoe aanzet, het virus beweegt zich immers op grensvlak van hart en longen: binnen en buiten. Zo bezien herijken we het sociaal contact van de buitenwereld aan de binnenwereld.”
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.