Hiske Stulp en Marjolein van ’t Hof kwamen twintig jaar geleden als allereerste bewoners naar OlmenEs. De echt allereerste was Jan Pieter Hoogenberg. Ook medewerkers Janneke Doeksen en Mirjan Post behoorden tot de lichting pioniers van destijds. Met zijn vieren halen ze herinneringen op. “Ooh, wat waren we jong. En weet je nog?”
Jong waren ze zeker. Hiske zat met haar zeventien jaar zelfs nog op school. Mirjan kwam nog maar net van de opleiding verpleegzorg. Allebei hadden ze nog niet zo goed voor ogen in welk avontuur ze zich stortten. Marjolein had al wel een idee over wat haar te wachten stond, zij had tenslotte al in het antroposofische Zonnehuis in Zeist gewoond. En Janneke wist natuurlijk wat de bedoeling was, ze had als lid van de initiatiefgroep de komst van OlmenEs jarenlang voorbereid. “Maar de dagelijkse gang van zaken moesten we eigenlijk met elkaar nog uitvinden.”
Waar beginnen jullie aan, daar in dat bos? Zo klonk het in 1994. Tja, voor de buitenwereld zal het er best wat vreemd hebben uitgezien. Achttien bewoners met acht begeleiders in twee houten noodbarakken: de Olm en de Es. De een om in te werken, de ander om in te wonen, in twee groepen opgedeeld. “Kraakpanden”, noemt Marjolein de oude behuizing nu. (De vloeren piepten als je er overheen liep) De muren kraakten als het hard waaide en het was er nogal gehorig. Draaide je de verwarming omhoog dan leek het net alsof er een stuiterbal door de leidingen kaatste. En bij storm en onweer raasde de wind en de regen over het dak. Hiske zat weleens in haar piepzak als het zo buiten tekeer ging. “Dan kwam er weer een donderslag en dan riep Mirjan heel hard: komt wel goed. Maar ze was zelf ook hartstikke bang.” Mirjan kan het niet ontkennen.
Maar knus was het wel in de Es. In de grote gemeenschappelijke woonkamer hadden ze allemaal gezellige hoekjes gemaakt. Eentje om te knutselen, een ander om spelletjes te spelen, nog een om voor te lezen. (Wat later kwam er ook een aparte kookhoek bij.) Er was al een aparte kookhoek waarin later de weekenden zelf de maaltijden werden bereid. Want in die aanloopmaanden kwam het eten nog uit de keuken van Stellinghaven. Niet zo lekker, vond Hiske. “Het smaakte flauw en een beetje papperig. Oude menseneten”, giechelt ze. En hoe zat het ook alweer met de toetjes, vraagt Mirjan. “O ja, van die felgekleurde puddinkjes”, weet Marjolein nog. “Hartstikke zoet. Wat daar allemaal inzat.” Gelukkig, hebben ze toen zelf maar bedacht om een keukentje in te richten, en al gauw daarna kwam de eerste groente van het land.
Veel van de typische OlmenEs-gebruiken zijn in die begintijd ontstaan, vertelt Janneke. “Nog voordat de eerste bewoners arriveerden, hebben de medewerkers destijds als een vorm van teambuilding de kamers ingericht. Dan doen we nu nog steeds.” Maar ook de dagopening stamt uit die tijd, zoals eigenlijk het hele dagelijkse ritme van OlmenEs vorm kreeg in de begin-periode. “We bewogen mee met de zaken waar we tegenaan liepen en zetten die vervolgens naar onze hand. Die keuzes maakten de bewoners en de medewerkers samen.” In die dagen is ook de traditie van het wekzingen op feestdagen begonnen. Hiske herinnert zich nog goed de eerste keer dat ze wakker werd door het gezang. “Ik dacht even dat ik engeltjes hoorde. “
Oorspronkelijk was de noodbehuizing bedoeld om de eerste drie jaar te overbruggen, maar het werden er vijf. Waar blijven de stenen huizen? Mirjan kan zich het ongeduld van sommige bewoners nog duidelijk voor de geest halen. “Dat zinnetje ging op een gegeven moment een eigen leven leiden. Marjolein en Hiske zijn allebei van de gezelligheid, die keken er naar uit om nieuwe bewoners te ontmoeten.” Maar toen met de voltooiing van Aesculus de populatie van OlmenEs ineens verdrievoudigde, moest Hiske toch wel even wennen, geeft ze toe. Ook Marjolein vond dat het met 54 bewoners wel mooi genoeg was. Nu allebei erop terugkijkend moeten ze een beetje lachen om zichzelf. OlmenEs heeft na al die jaren intussen 130 bewoners en ze kennen ze allemaal. Natuurlijk is het anders, maar het voelt nog steeds vertrouwd.
Onlangs is de laatste noodbarak afgebroken. Ze hebben er een feestje van gemaakt, want daar zijn ze nu eenmaal goed in bij OlmenEs. Een gewoonte die nog stamt uit de begindagen. Voordat een bewoner de shovel in het gebouw plantte, werden alle pioniers van het eerste uur nog even naar voren gehaald. Van de oorspronkelijke bewonersgroep zijn ze nog met zijn zestienen, de plek van hun verleden was helemaal dichtgegroeid. Hiske moest er een traantje bij wegpinken en ook voor Mirjan en Janneke was het een bijzonder moment. Janneke: “Ik moest denken aan de woorden van onze eerste directeur Koop Daniëls. Die zei toen we uiteindelijk goedkeuring kregen om hier te gaan bouwen Tegen de wind in fietsen is niet erg, daar krijg je sterke benen van.” En sterk zijn we gebleven, kijk maar wat er nu allemaal staat…
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.