Een tikje nerveus strijkt Raphaëla over de kerstloper die ze aan het vilten is. Jawel, die dessins heeft ze zelf bedacht, maar om zomaar te vertellen hoe ze op zoiets komt, vindt ze toch een beetje moeilijk nu alle ogen van haar collegaatjes in de weverij op haar zijn gericht. Misschien kan ze beter even een rustig plekje opzoeken voor het gesprek, oppert werkbegeleidster Aafke. Waarom niet in de spinnerij?
Goed idee, Raphaëla kruipt wel vaker achter het spinnewiel als ze spanningen voelt. Bij het spinnen hoeft ze niet na te denken, de wol glijdt als vanzelf door haar vingers en zo maakt ze dan haar hoofd weer leeg.
Raphaëla houdt er niet van als dingen anders lopen dan normaal, ze wil graag weten waar ze aan toe is. Veranderingen brengen haar uit evenwicht, dan overkomt haar een naar gevoel en zou ze zich het liefst terugtrekken in een hoekje.
Pfff, niet leuk. Gelukkig merkt Sandra, haar persoonlijk begeleidster, vrijwel onmiddellijk als er iets aan de hand is. ‘Sandra ziet dat, wij zijn al jaren bij elkaar.’ Raphaëla laat Sandra dan lezen wat ze de vorige avond in haar dagboek heeft opgeschreven, over wat haar dwars zit. Dan hebben ze het er even over en meestal gaat het rotgevoel dan ook zomaar weer weg. Ze snapt wel dat dingen niet voor altijd hetzelfde blijven. Maar toch.
Pas na een tijdje
Iets nieuws wordt voor Raphaëla pas na een tijdje leuk. Zo ging het met stijldansen, met zangles, en met zwemmen. En met hardlopen, nog niet zolang geleden heeft ze met een paar andere bewoners een hardloopclubje opgericht en rennen ze een keer in de week door het bos van OlmenEs. Drie minuten op snelheid, dan weer twee minuten wandelen. Gaat hartstikke goed. Je zou het nu niet meer zeggen, maar ze werd een beetje dik omdat ze zo van lekker eten houdt. Die extra pondjes is Raphaëla alweer kwijt, ook omdat ze elke middag na het eten een wandeling over het terrein maakt. Met Janet van de andere bewonersgroep. Die heeft iets aan haar ogen en kan volgens Raphaëla niet zo goed diepte zien. Dus steken ze armpje door voor hun rondje. Meestal gaat het onderweg dan van: hoi Raphaëla, hoi Janet, en dan kletsen ze even wat met de een of de ander. Vindt Janet gezellig.
Raphaëla kwam naar OlmenEs op haar negentiende, volgens Sandra is ze hier van meisje vrouw geworden. Dat klopt wel, knikt Raphaëla, toen had ze nog van die vlechtjes. Met zijn tweetjes hebben ze de afro kapper in Groningen bezocht; daar zaten allemaal mensen met hetzelfde haar als zij heeft. Had ze nog nooit gezien. Dat is nu haar vaste kapper, om de paar maanden maken ze een nieuwe afspraak en gaan daarna iets leuks doen. ‘Shoppen of zo, dat doe ik het liefst.’
Zelfstandig wonen
Raphaëla vormt met Thea en de oudere Gerard een zelfstandige woongroep. Met elkaar hebben ze bij Ikea hun meubels uitgezocht voor de huiskamer. Die is echt van hun, rood met wit. Ze hebben alle drie zo hun vaste taken: Raphaëla haalt tussen de middag altijd de warme maaltijd op en spoelt na het eten de schalen af om ze terug te brengen, Thea wast af, en Gerard veegt de boel aan. Om beurten zetten ze koffie. Als ze er zelf niet meer uitkomen, kunnen ze altijd bij de begeleiders terecht van de twee aangrenzende woongroepen. Dat is wel een fijn idee, maar in de beleving van Raphaëla eigenlijk nooit nodig.
OlmenEs is een gemeenschap voor volwassenen met een verstandelijke beperking centraal in Noord Nederland. Antroposofie is onze basis. Wij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning bij het samen wonen, samen werken en samen leven. Voor ons is de persoonlijkheid van de bewoner leidend, niet zijn beperking.